Kraakbeenletsel enkelgewricht

Uitleg & behandeling

U wenst informatie over


  • Het enkelgewricht is een scharniergewricht tussen het onderbeen en het sprongbeen van de voet. De oppervlakkige glijlaag in het gewricht is het kraakbeen. Bij een verzwikking of verstuiking van de enkel kan het kraakbeen in de enkel beschadigd worden. Dit kan een blijvende last geven.
  • Een kraakbeenletsel in de enkel ontstaat door trauma van de glijlaag en daarnaast ook onderbreking van het bot onder de kraakbeenlaag. Soms ziet men ook een kleine cyste of holte ontstaan in het bot. 1

vraag

Klachten

  • Typerend voor een kraakbeenletsel van de enkel, is een diepe enkelpijn die geleidelijk bij belasting optreedt en nadien enkele uren persisteert.
  • Soms gaat dit ook gepaard met lichte zwelling van de enkel.
  • Soms kan dit ook een bloccagegevoel geven.
  • Oorzaak is vaak een verstuiking van de enkel enkele weken of maanden daarvoor.
vraag

Diagnose

  • Klinische testen:

    • Geen specifieke testen: vooral drukpijn over het enkelgewricht en soms zwelling.
    • Vooral een voorgeschiedenis van verstuiking kunnen een kraakbeenletsel doen vermoeden.
  • Beeldvorming:

    • Grotere kraakbeenletsels zijn op klassieke radiografie reeds zichtbaar.
    • Evenwel worden niet alle kraakbeenletsels gezien op Rx en is verdere beeldvoming met arthro-CT-scan of MRI-scan aangewezen.
    • Beste onderzoek is een arthro-ct scan gezien dit een goed idee geeft over de instabiliteit van het kraakbeenletsel.
vraag

Waarom wordt er behandeld

  • Een kraakbeenletsel geneest niet vanzelf.
  • Een kraakbeenletsel kan pijnloos zijn en geen enkel klacht geven en wordt in dat geval met rust gelaten.
  • Indien de pijn te ernstig wordt en lang belasten hinderlijk wordt, is specifieke therapie nodig.
vraag

De behandelingskeuze is afhankelijk van

  • Instabiliteit, grootte en localisatie van het letsel.
  • Reeds algemene kraakbeenslijtage aanwezig in de enkel.
  • Het activiteitsniveau van de patiënt, sportactiviteiten, beroep.
  • Algemene gezondheid van de patiënt.

Niet operatief

  • Ontstekingsremmende medicatie.
  • Een cortisone infiltratie geeft vaak een verbetering. Deze kan herhaald worden zo nodig. Hyaluronzuur infiltraties kunnen ook zinvol zijn. Het effect van PRP (bloedplaatjes) staat nog ter discussie.
  • Indien achtervoet asafwijkingen zijn corrigerende steunzolen en enkelbrace aangewezen.
  • Kinesitherapie met als doel de enkel te verstevigen.

Operatief

anterieure enkel arthroscopie

  • Enkelarthroscopie (kijkoperatie) 1 2

Operatie: samengevat

Verblijf Verblijf

Dagopname

Anesthesie Anesthesie

Algemene verdoving of ruggeprik.

Duur operatie Duur operatie

45 min

Wondverzorging Wondverzorging

2 dagen drukverband en nadien enkel klassieke waterafstotende pleisters.

Thuisverpleging Thuisverpleging

Niet nodig, pleisters om de 2-3 dagen vervangen en wondjes ontsmetten.

Prikjes in de buik Prikjes in de buik

Niet nodig, tenzij risicopatiënt.

Wondgenezing Wondgenezing

Na 2 weken zijn de wondjes genezen en kunnen de hechtingen worden verwijderd.

Immobilisatie Immobilisatie

Geen gips enkel 2-3 dagen een watte drukverband.

Wassen Wassen

Propere voet bij opname en voet wordt ontsmet bij opname.

Kinesitherapie Kinesitherapie

2 dagen drukverband en nadien enkel klassieke waterafstotende pleisters.

Stappen Stappen

Onmiddellijk geleidelijk steunen toegelaten met krukken.

Krukken Krukken

Meestal 4 weken stappen met krukken.

Fietsen Fietsen

Na 4 tal weken geleidelijk terug opbouwen.

Sporten Sporten

Joggen kan gestart na 3 maand, pivoterende sporten 4-6 maand.

Autorijden Autorijden

Zolang krukgebruik of tot voldoende pijnvrij en mobiel.

Werkonbekwaam Werkonbekwaam

Zittend werk: 4 weken. Belastend werk: 2 maand.

Volledig herstel Volledig herstel

3 tot 4 maand.

Operatie: uitgebreide uitleg

vraag

Voor wie en wat wordt er gedaan

  • Uit te voeren bij patiënten met blijvende diepe enkellast vooraan of achteraan in de enkel op basis van een kraakbeenletsel.
  • Indien na 3-4 maand conservatieve behandeling, er onvoldoende verbetering is, kan een operatieve ingreep worden overwogen waarbij via kijkoperatie (=arthroscopie) het kraakbeenletsel wordt gedebrideerd en ev geperforeerd. Instabiele kraakbeenletsel (vastgesteld via arthro-Ct-scanner) reageren vaak minder goed op conservatieve therapie en zijn een indicatie voor operatieve aanpak. In veel gevallen gebeurt dit via anterieure enkelarthroscopie foto2

    , zelden via posterieure enkelscopie. Foto8

vraag

Wat moet er gebeuren voor de ingreep

  • Ga naar het secretariaat orthopedie en de opnamedienst om de administratieve zuil van uw opname te regelen
  • Neem afspraak met uw huisarts voor de preoperatieve onderzoeken en vragenlijsten. Vergeet de resultaten niet mee te nemen bij opname
  • Vergeet niet te vermelden als u allergisch bent aan medicatie, latex of ontsmettingsmiddelen
  • Bloedverdunners moeten soms gestopt worden, bepaal dit met de orthopedist of huisarts
  • U wordt opgenomen de dag van de ingreep via dageziekenhuis. Vanaf 12 u ’s nachts mag u niets meer eten of drinken.
  • Voet en enkel worden best grondig gewassen voor opname met zeep en zo mogelijk eventueel met isobetadinezeep (rode flacon):
  • Bij opname wordt uw voet eveneens nog eens grondig ontsmet.
vraag

Hoe verloopt de ingreep

  • De ingreep wordt uitgevoerd door uw behandelende orthopedist, bijgestaan door zijn assistenten (arts-specialisten in opleiding), operatieverpleegkundigen en de anesthesist.
  • Om de pijn maximaal te bestrijden gebruiken we een algemene anesthesie of een ruggeprik voor anterieure enkelscopie. Indien een posterieure scopie wordt uitgevoerd moet de patiënt op de buik geplaatst en is een algemene verdoving zeker aangewezen.
  • Twee kleine incisies worden gemaakt ofwel vooraan de enkel (anterieure enkelscopie) foto2 of achteraan langsheen de achillespees (posterieure enkelscopie) foto8

    .
    De ingreep in stappen:

    • Inspectie van het gewricht.
    • Eventueel wegnemen van het ontstoken slijmvlies.
    • Opzoeken van het kraakbeenletsel. foto3
    • Met speciale instrumenten stabiliseren van de randen van het kraakbeenletsel en verwijderen van losliggende kraakbeenflappen. foto4
    • In de diepte van het kraakbeenletsel kunnen gaatjes worden gemaakt (= microperforatie of icepicking). foto5,foto6 Hierdoor wordt bloeding gecreëerd in het letsel met klontervorming en deze laatste vormt zich in enkele weken tijd om tot een nieuwe glijlaag. Foto7 Deze nieuwe glijlaag of bedekking bestaat uit een littekenweefsel met kraakbenige kenmerken. Deze microfractuurtechniek is eigenlijk een soort restauratie van het kraakbeenletsel.
    • Deze techniek is toepasbaar voor kraakbeenletsels tot max 15mm.
    • Grotere letsels kunnen met uitgebreidere technieken worden behandeld waarbij bovenop de microfractuur een overliggend collageenmembraan wordt geplaatst. Figuur1foto9,foto10Naast de kijkoperatie is hiervoor een aanvullende huidincisie nodig om het enkelgewrichts-kraakbeenletsel vlot te kunnen benaderen. De nabehandeling is identiek aan deze van de microfractuurbehandeling.
  • Meestal worden de patiënten pas echt wakker en goed bewust in de ontwaakkamer.
  • De geopereerde enkel bevindt zich dan in een wattenverband. U krijgt geregeld pijnstilling toegediend zo nodig.
  • Eens goed wakker keert u terug naar uw kamer.
vraag

Beleid tijdens de hospitalisatie

  • Na de ingreep komt uw behandelend chirurg u nog zien voor ontslag.
  • De nodig attesten voor arbeidsongeschiktheid, thuisverpleging en medicatie worden meegegeven.
  • U ontvangt tevens een ontslagbrief gericht aan uw huisarts (die krijgt zij/hij eveneens via digitale mail).
  • Uw controle afspraak wordt geregeld en u krijgt hiervan een bevestigingsbrief.
  • Deze eerste controle gaat door via de consultatie orthopedie of via uw huisarts na 2 tot 4 dagen waar het wattenverband wordt verwijderd.
vraag

Beleid na ontslag

  • U stapt met krukken na de ingreep. Indien er een microfractuur werd uitgevoerd zal uw chirurg meestal vragen om langer met krukken te stappen om het kraakbeenletsel met microfractuur te laten genezen (vaak 4-6 weken).
  • Hoogstand van het been is aangewezen, zeker eerste dagen, zowel ‘s nachts continu maar ook overdag gedurende meerdere periodes van 30 minuten.
  • Meerdere malen per dag ijs packs aanbrengen gedurende 15-20 minuten is aangewezen en dit voor de eerste 10 dagen.
  • Tromboflebitis injecties worden enkel voorzien bij risicopatiënten
  • Neem voldoende pijnstillers (paracetamol 1gr tot 4 maal per dag). Bij hevige pijn kan u tradonal odis 50mg tussendoor nemen. Een ontstekingsremmer kan eventueel ook maar dit wordt best met uw behandeld arts of huisarts voordien besproken
  • Er werd onmiddelijk na de ingreep een wattenverband aangelegd die na enkele dagen op de consultatie orthopedie of bij uw huisarts wordt vervangen door twee kleine pleisters die eventueel waterafstotend zijn en waarmee u kan douchen.
  • De hechtingen op de wondjes kunnen verwijderd worden door de huisarts of via de consultatie orthopedie 14 dagen na de ingreep.
  • Geleidelijk steunen kan onmiddellijk na de ingreep evenwel met krukken en dit meestal voor 4 tot 6 weken. Kinesitherpie wordt meestal na een kleine week opgestart.
  • Fietsen kan na viertal weken beperkt terug opgestart. Joggen kan licht gestart na drie maand. Contactsporten en springsporten kunnen meestal terug na vier maand.
vraag

Controle en opvolging

  • Er werd onmiddelijk na de ingreep een wattenverband aangelegd dat na enkele dagen op de consultatie orthopedie of via uw huisarts wordt vervangen door twee kleine pleisters. De afspraak voor deze eerste consultatie wordt voor u geregeld de dag van de ingreep. Een bevestigingsbrief wordt u meegegeven.
  • Uw controle afspraken op de dienst orthopedie worden voorzien na ongeveer 1 week, 2 weken (ter verwijderen hechtingen, tenzij dit via de huisarts gebeurt) en 6 weken. Bij iedere controle wordt u de datum en het uur van uw volgende controle meegedeeld.
  • De (voor)laatste controle volgt meestal een drietal maand na de ingreep.
vraag

Revalidatie

  • Kinesitherapie wordt meestal na een kleine week opgestart. In het begin vooral aandacht voor voetafrol en gangrevalidatie met krukken. Stabilisatieoefeningen en versteviging best pas na 4 weken.
  • Fietsen kan na viertal weken geleidelijk terug opgestart. Joggen kan licht gestart na drie maand. Contactsporten en springsporten kunnen meestal terug na vier maand.
  • Werkongeschiktheid 2-3 maand voor patiënten met enkel-belastend werk.
vraag

Eventuele complicaties

  • Elke chirurgische ingreep heeft mogelijke complicaties, al is de kans erop klein.
  • Wondontsteking kan bij elke chirurgische ingreep. Deze manifesteert zich ten vroegste 3 tot 4 dagen na de ingreep maar kan ook later. Alarmsymptomen: koorts, hevige pijn op de wonde
  • Zwelling en nabloeding zijn mogelijk. hoogstand noodzakelijk.
  • Een negatieve reactie op de verdoving.
  • Een ontsteking rond de hechtingsdraad.
  • Schade aan bloedvaten of zenuwen.
  • Chronisch pijnsyndroom
vraag

Nog enkele tips

Indien u vragen hebt of ongerust bent, kan u het secretariaat orthopedie bereiken via mail of per telefoon.