Hallux Rigidus

Uitleg & behandeling

U wenst informatie over


  • Artrose thv het metatarsofalangeaal gewricht van de grote teen.
    Dit zorgt voor pijn, zwelling en verminderde afrol bij het stappen.
vraag

Wat is hallux rigidus

  • Hallux rigidus is slijtage (artrose) van de grote teen. Meer specifiek is het artrose van het gewricht van de grote teen.
  • Artrose is het verslijten en langzaam verdwijnen van het kraakbeen, dit is de schokabsorberend en glijdende substantie die het bot in het gewricht bedekt. Schade aan het kraakbeen is irreversibel. Het verlies van kraakbeen zorgt voor stijfheid t.h.v. het gewricht waardoor de grote teen mobiliteit verliest en rigide (stijf) wordt.
  • Bij progressie van deze aandoening ziet men botaangroei rondom het gewricht, dat gekenmerkt wordt door een knobbel boven aan de grote teen. Deze botaangroei noemt men osteofieten of papegaaiebekjes. Wanneer deze osteofieten te groot worden, ontstaat er een mechanisch conflict tussen deze osteofieten met als gevolg verminderde beweeglijkheid, stijfheid en pijn t.h.v. het gewricht van de grote teen.
  • Daarnaast kan het dragen van schoenen door de grote osteofieten moeilijk en pijnlijk worden door wrijving in de schoen.
vraag

Klachten

  • Meestal klagen de patiënten van een verminderde mobilliteit van de grote teen met daarbij een pijnlijke zone t.h.v. de bovenzijde van de teen bij het stappen of bij het hurken. Wanneer men ook de grote teen naar boven duwt (=dorsiflexie) kan een vrij scherpe pijn uitgelokt worden.
  • In gesloten en/of nauwe schoenen kan de knobbel boven de grote teen vrij pijnlijk worden, soms gepaard met wondjes door de wrijving in schoeisel.
vraag

Diagnose

  • Door klinisch onderzoek en staande radiografieën van voeten wordt de diagnose en graad van slijtage bepaald.
vraag

Waarom wordt er behandeld

  • Een verminderde mobiliteit is meestal niet de reden voor een consultatie en/of behandeling, maar als verminderde mobiliteit gepaard gaat met pijn en/of conflict in schoeisel dan raden wij een consultatie en behandeling aan.
vraag

De behandelingskeuze is afhankelijk van

  • de pijn,
  • de mobiliteit van de grote teen,
  • de graad van slijtage thv. de grote teen.
  • de leeftijd.

Niet operatief

  • De behandeling bestaat vooral uit het zo veel mogelijk verminderen van de mobiliteit van de grote teen, aangezien de pijn afkomstig is van de mobiliteit ervan. Dit kan bereikt worden door:

    • Schoenen met een goede afrol. Dit zijn meestal schoenen met een stevige zool die de afrol van de voet ontlasten,
    • Goede, brede schoenen in zachte leder of in stof om ruimte te geven aan de osteofieten boven op de grote teen,
    • Steunzolen met de nodige verharding onder de 1ste straal.
  • Het nemen van ontstekingsremmers en infiltratie met cortisone kunnen de klachten wegnemen, maar dit is tijdelijk.
Bij het falen van de conservatieve therapie

Operatief

De operatieve behandeling wordt onderverdeeld in 2 groepen:

  • De gewrichtssparende ingreep:

    • Bij deze ingreep wordt de teen niet vastgezet maar worden de osteofieten weggenomen. Dit type ingreep wordt gekozen als de teen nog een mobiliteit heeft, het kraakbeen milde schade vertoont en als de osteofieten de voornaamste bron van de klachten zijn. Hierbij worden de osteofieten op chirurgische wijze weggenomen. Dit noemt men cheilectomie. Bij deze ingreep wordt ook de grote teen vaak in een beter positie gezet door een osteotomie (zaag coupe doorheen bot) om de afrol van de grote teen te verbeteren. Dit noemt men de Möberg osteotomie. Dit type behandeling bestaat dus uit een cheilectomie met of zonder een Möberg osteotomie.
    • Het is wel van belang om te weten dat deze ingreep voor een groot deel de pijnklachten zal verhelpen en ook de mobiliteit zal verbeteren, maar dat het geen invloed heeft op het degeneratieve proces van het kraakbeen. Dit type ingreep is meestal voldoende om het vastzetten van de teen (Arthrodese) uit te stellen voor een aantal jaren.
  • De niet-gewrichtssparende ingreep:
    • Arthrodese:

      Bij dit type ingreep wordt de grote teen vastgezet. Dit type ingreep wordt uitgevoerd als het kraakbeen te veel beschadigd is, als grote teen rigid en pijnlijk is. Hierbij wordt het gewricht van de grote teen vastgezet. Deze procedure noemt men arthrodese. Hierbij wordt het gewricht van de grote teen vastgezet doormiddel van plaat en/of schroeven. De grote teen heeft dan ook geen mobiliteit meer.

      In tegenstelling tot de algemene opinie, doen patiënten het met een arthrodese vrij goed. Ze stappen pijnvrij en hebben een duidelijke verbetering in de kwaliteit van het leven. (70% kan ook sporten)

      Hurken heeft de nodige aanpassing nodig. Het dragen van hakken kan een probleem zijn, een kleine hak is nog moeilijk, maar hoge hakken kan men na arthrodese niet dragen. Meestal vormt dit geen probleem voor de patiënten want de meesten konden, vòòr hun operatie, door de arthrose ook geen hakken meer dragen.

    • Prothese:
      ​​​​​​​Een andere alternatief is het plaatsen van een prothese t.h.v. het gewricht van de grote teen. Deze ingreep gaat gepaard met een hoog percentage van “loosening” of loskomen binnen de 5 jaar. Aangezien het succes van deze ingreep in de literatuur nog niet bevestigd is, wordt deze ingreep in ons centrum afgeraden.

Operatie: samengevat

Verblijf Verblijf

Dagziekenhuis of 1 nacht opname

Anesthesie Anesthesie

Popliteaalblok (prik in de achterkant van het bovenbeen om de zenuwen te verdoven die naar de voet lopen) met algemene narcose of met epidurale (ruggeprik).

Duur operatie Duur operatie

45-75 min, afhankelijk van de graad van slijtage en type ingreep.

Wondverzorging Wondverzorging

Dit wordt 1x/week bij ons in het ziekenhuis gedaan, het post-operatieve voetverband blijft dicht en wordt enkel door de chirurgen zelf gewisseld op afspraak.

Thuisverpleging Thuisverpleging

Niet noodzakelijk.

Prikjes in de buik Prikjes in de buik

Enkel bij patiënten met risico op thrombose.

Wondgenezing Wondgenezing

14 dagen

Immobilisatie Immobilisatie

Er wordt geen gips gebruikt in de post-operatieve periode. Er wordt wel een voetverband aangeberacht. De enkel blijft vrij en kan bewogen worden.

Wassen Wassen

Van zodra het voetverband niet meer noodzakelijk is.

Kinesitherapie Kinesitherapie

Pijnstilling wordt voorgeschreven. Hoogstand en ijsapplicatie wordt de eerste 4 weken ten zeerste aangeraden om te grote zwelling van de voet te voorkomen.

Stappen Stappen

Afhankelijk van de type ingreep:

Bij cheilectomie kan men vrijsnel steunen met een verbandschoen, met of zonder gebruik van krukken.

Bij een arthrodese moet men een steunverbod op de geopereerde voet van 2-3 weken respecteren en wordt het gebruik van krukken en/of gangkader ten zeerste aangeraden. Na 2-3 weken kan men ook met een verbandschoen stappen bij patiënten met een arthrodese.

Krukken Krukken

Het gebruik van krukken of gangkader is afhankelijk van de type ingreep.

Fietsen Fietsen

Vanaf de 6de week na de ingreep kan men fietsen.

Sporten Sporten

Fietsen en zwemmen kan 6 weken na de ingreep. Alle andere sporten kunnen pas 3 maanden na de ingreep.

Autorijden Autorijden

Autorijden is mogelijk 6 weken na de ingreep.

Werkonbekwaam Werkonbekwaam

2 maanden

Volledig herstel Volledig herstel

3 maanden

Operatie: uitgebreide uitleg

vraag

Voor wie en wat wordt er gedaan:

Cheilectomie of arthrodese. Het type chirurgische ingreep is afhankelijk van de pijn en de graad van slijtage t.h.v. het gewricht en de leeftijd.

vraag

Wat moet er gebeuren voor de ingreep:

Voor patiënten boven de 50 jaar is een pre-operatief nazicht (een bloedonderzoek al dan niet samen met een hartonderzoek) bij de huisarts noodzakelijk. Tevens worden sommige medicaties, zoals bloedverdunners een aantal dagen voor de operatie gestopt.

Let op: Als er allergieën zijn moet u dit zeker vermelden. Hetzelfde geldt wanneer u bloedverdunners neemt.

De dag van de operatie komt u nuchter binnen. U gaat via de opname dienst naar uw kamer van keuze. Meestal is dit op voorhand met u afgesproken. Vervolgens zal u naar de operatiezaal gebracht worden. Daar zal u nog eens aantal vragen beantwoorden in verband met uw gezondheidstoestand. U zult dan ook een infuus/baxter krijgen van de anesthesieverpleegkundigen. Daarna wordt u voorbereid op de anesthesie en de operatie.

vraag

Hoe verloopt de ingreep:

Nadat de anesthesie in gang gezet is, kan de chirurg beginnen met de operatie. De incisie (de sneede) bevindt zich aan de zijkant van de grote teen en van daaruit wordt de correctie uitgevoerd.

Na het spoelen en mooi sluiten van de wonde wordt er een voetverband aangebracht door de chirurg zelf.

vraag

Beleid tijdens de hospitalisatie:

Tijdens hospitalisatie wordt vooral voor uw comfort gezorgd. Zo nodig wordt er extra pijnstilling gegeven. Er zal ook aandacht besteed worden aan het gebruik van krukken.

vraag

Beleid na ontslag:

Alle nodige documenten en attesten worden meegegven.

vraag

Controle en opvolging:

Afspraken na de operatieve ingreep:

  • 1ste week na de operatie,
  • 2de weeek na de operatie,
  • 4de week na de operatie met een radiografie van de voet,
  • 6de week na de operatie.
vraag

Revalidatie:

Na cheilectomie kan met vanaf dag 1 na de operatie steunen met een verbandschoen. In de 1ste week worden krukken aangeraden om valpartijen te voorkomen. Wel moet men rekening houden met een genezing van 4 weken. Autorijden wordt minstens 4 weken afgeraden. Na 6-8 weken kan men de dagelijkse activiteit hernemen. Kinesitherapie indien nodig.

Na arthrodese of vastzetten van het gewricht dient men een steunverbod van 2-3 weken te respecteren, nadien kan met een verbandschoen rondstappen en dit voor 4 weken. Een totale werkonbekwaamheid van 8 weken moet gerespecteerd worden, afhankelijk van het type werk. (bureaujob/bouwsector) . Na 6 weken mag men autorijden.

Fietsen en zwemmen mag men na 6 weken starten, hardlopen na 3 maanden.

vraag

Eventuele complicaties:

Infectie en wondproblemen: zeldzaam, meestal bij diabetici en patiënten met verminderde doorbloeding. Met de juiste zorgen geneest dit vrij goed.

Terugkeer van osteofieten is na cheilectomie beschreven. Dit is een natuurlijk proces van het lichaam.

Pseudo-artrose of het niet aaneengroeien van arthrodese is een mogelijke complicatie en moet opnieuw geopereerd worden.

Zwelling: dit komt bij iedereen voor en geneest ook goed. Geduld is van belang. De zwelling zal minstens 2-3 maanden aanhouden. Hiervoor wordt lymfedrainage en wisselbaden aangeraden.

Neurapraxie: of zenuwverreking kan voorkomen. Dit is tijdelijk en van voorbijgaande aard.

vraag

Nog enkele tips:

1 week voor de ingreep leren krukken/gangkader gebruiken en zeker oefenen.

Bij arthrodese is het van belang om te stoppen met roken.