Emerging technologies in behandeling van kniepathologie

31.10.2021

Pijnklachten ter hoogte van de knie kunnen zeer invaliderend zijn in het dagdagelijkse functioneren, om te werken of om te sporten. In deze gevallen is het steeds belangrijk om de oorzaak van deze klachten te achterhalen. De voornaamste oorzaken zijn kraakbeenletsels, meniscus- en ligamentaire letsels en inzettende artrose. Afhankelijk van de oorzaak van de specifieke klachten kan vervolgens een behandeling worden ingesteld die al of niet-operatief is.

Een niet-operatief beleid is de basis van de behandelingen van klachten die gerelateerd zijn aan beginnende artrose van de knie. Een acute opstoot van pijn als het gevolg van deze slijtage kan opgevangen worden met pijnmedicatie en ontstekingsremmers (NSAID’s, niet-steroïdale anti-inflammatoire medicatie). In beweging blijven is noodzakelijk in deze gevallen. Specifieke kinesitherapie kan zorgen voor het bevorderen van de mobiliteit van de knie alsook het verbeteren van de spierkracht en belastbaarheid van de knie en het aanpassen van het gangpatroon. Verschillende types van intra-articulaire injecties kunnen een toegevoegde waarde zijn bij acute maar ook bij langdurige klachten. Corticosteroïden worden klassiek gebruikt wanneer er een acute opstoot van pijn is, gepaard met zwelling en irritatie van het kniegewricht als gevolg van kraakbeen- en degeneratieve meniscusletels. De ontstekingsremmende werking zorgt voor een reductie van de symptomen, meestal binnen de week na de injectie. Hyaluronzuur (‘gel’) werkt vooral als een smeermiddel en schokdemper. Het ondersteunt eveneens het nog aanwezige kraakbeen in de knie. Het effect van de injecties is langer dan bij corticosteroïden maar sterk afhankelijk van de graad van slijtage in de knie.

Toenemend onderzoek geeft aan dat het gebruik van lichaamseigen stoffen in deze injecties ook effectief kunnen zijn om de langdurige klachten van inzettende artrose te verlichten. PRP (Platelet Rich Plasma, lichaamseigen bloedplaatjes, bekomen na centrifugatie van bloed) en Lipogems® (stamcellen uit vetweefsel, bekomen door liposuctie, die na verwerking in het gewricht worden injecteerd) hebben naast een ontstekingsremmend effect ook een ondersteunend effect op het nog aanwezige kraakbeen. Wederom is het effect en de duur van deze behandelingen sterk afhankelijk van verschillende factoren zoals onder andere de graad van artrose.

Een eenvoudige kniebrace heeft een beperkt effect in het beperken van de symptomen van artrose maar kan proprioceptieve feedback voorzien. Meer gesofisticeerde braces, zoals een unloader brace, kunnen bij slijtage dat beperkt is tot 1 compartiment van de knie een reductie van druk in dit compartiment bekomen wanneer belastende (bv. wandelen of staan) activiteiten worden uitgevoerd. Veranderingen aan de levensstijl worden best ook bekeken. In het geval van overgewicht of obesitas is gewichtsverlies noodzakelijk om de druk op het kniegewricht te reduceren. Ook zwaardere belastingen of impactsporten worden best vermeden. Tenslotte is het steeds noodzakelijk om uit te sluiten dat de pijn ter hoogte van de knie geen gerefereerde pijn is uit het heupgewricht of lage rug. Degeneratieve kraakbeenletsels worden initieel dus meestal niet-operatief en functioneel behandeld.

Pas bij het ontoereikend zijn van niet-operatieve aanpak, zal een operatieve behandeling worden voorgesteld, afhankelijke van de klinische bevindingen en de radiografische beeldvorming.

Een artroscopie met debridement van instabiele kraakbeen- en meniscusletsels wordt enkel voorgesteld voor gelokaliseerde kraakbeen- en meniscusletsels in knieën met afwezige of slechts minimale tekens van artrose. Noodzakelijk hierbij is de evaluatie van de as van het onderste lidmaat. Bij as-afwijkingen (varus (bv. O-benen) of valgus (bv. X-benen)) zal er een overbelasting zijn van één compartiment in de knie waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat en de slijtage in dit gedeelte van het kniegewricht toeneemt.

Bij een osteotomie wordt de as van het lidmaat gecorrigeerd door een van de beenderen van de knie (bovenbeen of scheenbeen op een gecontroleerde manier wigvormig door te snijden en te fixeren met een plaat en schroeven. Het doel van kraakbeenbehandelingen is het herstellen. Herstellen van het kraakbeenoppervlak, waarbij het defect wordt opgevuld om verdere slijtage te beperken.

Gelokaliseerde kraakbeenletsels kunnen behandeld worden met een kraakbeenherstellende procedures onder vermelding van van microfracture (perforatie van onderliggende bot met vorming van een fibrocartilageneuze laag in het kraakbeendefect) of AMIC (Autologous Matrix-Induced Chondrogenesis). Bij een AMIC-procedure wordt het kraakbeendefect met een membraan afgedicht om een maximale concentratie van stamcellen en groeifactoren in het defect te behouden.

Ook kraakbeentransplantaties kunnen plaatsvinden door middel van OATS (Osteochondral Autograft Transfer System), waarbij het kraakbeendefect in de knie wordt opgevuld door een cilindervormige plug met kraakbeen en onderliggend bot, dat genomen wordt uit een onbelast gedeelte van het gewricht. In het geval van een acuut meniscusletsel wordt, zo het letsel het toelaat, steeds een poging gedaan om de meniscus te hechten. Een meniscushechting laat toe om een maximale hoeveelheid meniscus te bewaren, en zo ook de functie als schokdemper van de knie. Bij onherstelbare scheuren dient dit deel van de meniscus verwijderd te worden, dat afunctioneel is geworden als gevolg van het letsel, dit door een partiële meniscectomie uit te voeren. Wanneer een meniscus quasi volledig moest verwijderd worden tijdens een voorgaande ingreep, kan in geval van blijvende last een meniscustransplantatie worden uitgevoerd. Hierbij wordt de originele meniscus vervangen door een meniscus-substituut of een donormeniscus, op voorwaarde dat de kraakbeenschade nog beperkt is.

Wanneer de artrose dermate gevorderd is en de functionele hinder te erg wordt, worden de afgesleten glijlagen (kraakbeen en meniscus) vervangen door een partiële of totale knieprothese - artroplastie. Hierbij wordt een metalen ‘kunstbedekking’ over de beide contactoppervlakken van boven- en onderbeen aangebracht volgens de originele vorm en grootte van het kniegewricht, met ertussen een laag in een hoogwaardig polyethyleen, dat ervoor zorgt dat de beide kunstoppervlakken beter op elkaar kunnen glijden en bewegen. Wanneer de slijtage hoofdzakelijk aanwezig is in een compartiment van de knie, is een partiële (halve) knieprothese de ideale behandelingsoptie. Door het behoud van de intacte compartimenten en de kruisbanden, voelt de knie natuurlijker aan voor de patiënt. Bij uitgebreidere vormen van slijtage in meerdere compartimenten, is een totale knieprothese de beste keuze. Bij een gewrichtsvervangende ingreep wordt dus het gewrichtsoppervlak herbekleed met behoud van de omliggende spieren en gewrichtsbanden. Daarbij is een zeer precieze plaatsing van de implantaten in de drie dimensies zeer belangrijk.

In onze dienst beschikken we over recente technologische evoluties die de chirurg hierbij kunnen ondersteunen, zoals intra-operatieve navigatie, augmented reality en robotic-assistance. Bij de robotic-assisted arthroplasty worden tijdens de ingreep meerdere oriëntatiepunten aangeduid waardoor de vorm, grootte, mobiliteit en stabiliteit van het gewricht zeer nauwkeuring kunnen geëvalueerd worden. Deze driedimensionele visuele informatie laat toe om een virtuele planning te maken over de meest optimale positionering van de implantaten. Op basis daarvan kan dan een zeer precieze botvoorbereiding en plaatsing van de implantaten worden uitgevoerd. Dit om een optimale mobiliteit en stabiliteit toe te laten. Alhoewel verder wetenschappelijk onderzoek de resultaten op langere termijn nog moet evalueren, kan een hogere patiënttevredenheid en gewrichtsfunctie verwacht worden. Recente technologische evoluties met het gebruik van intraoperatieve navigatie, robotica, augmented reality en patient specific instruments laten de chirurg toe om nauwkeuriger de anatomie van de patiënt te reconstrueren.

01
04
Description
Dr. Geert Van Damme
Dr. Geert Van Damme
Description
Robot geassisteerde chirurgie
Robot geassisteerde chirurgie
Dr. Geert Van Damme
Description
Dr. Geert Van Damme
Dr. Geert Van Damme
Terug naar het overzicht met alle nieuws

Vorige

Volgende

AZ Sint-Jan Brugge
Ruddershove 10
8000 Brugge
+32 (0) 50 / 45 21 60
ortho@azsintjan.be

AZ Sint-Lucas Brugge
Sint-Lucaslaan 29
8310 Brugge
+32 (0) 50 / 36 53 10
ortho@stlucas.be

Orthoclinic
Gistelse Steenweg 446
8200 Brugge
+32 (0) 50 / 30 10 70
ortho@stlucas.be

SFX
Spaanse Loskaai 1
8000 Brugge
+32 (0) 50 / 47 04 30
ortho@azsintjan.be

Private praktijk Knokke
Graaf Jansdijk 29/1
8300 Knokke
+32 (0) 50 / 30 10 70 (Privaat Sint-Andries)
www.seacure.be